Cyberlab voorwaarden

Artikel 1.

Arts stemt erin toe dat hij door RHMDC, wordt voorzien van vertrouwelijke infor­matie (hier­na: de Infor­matie) betr­e­f­fende uit­sla­gen van lab­o­ra­to­ri­u­maan­vra­gen van zijn/ haar eigen patiën­ten in het lab­o­ra­to­ri­um­sys­teem van het RHMDC.

Het doel van het ver­strekken van deze infor­matie is enerz­i­jds een com­pleet overzicht te bieden aan de arts van alle labon­der­zoeken die voor zijn of haar patiënt zijn aangevraagd en anderz­i­jds de arts sneller inzicht te geven in de uit­sla­gen zodat de patiënt eerder ingelicht kan wor­den.

Artikel 2.

Arts zal alle voor­noemde infor­matie die hem door RHMDC of door haar aangewezen per­so­n­en is of zal wor­den ver­strekt behan­de­len als vertrouwelijke infor­matie die hij der­halve voor der­den strikt geheim zal houden.

Arts ver­plicht zich om alleen de gegevens die van zijn / haar patiën­ten zijn in te zien / op te vra­gen en niet op eniger­lei manier de gegevens van andere dan zijn / haar patiën­ten in te zien / op te vra­gen.

Artikel 3.

Arts kri­jgt de bevoegdheid om Cyber­lab in te zien onder de voor­waarden dat hij /zij vol­doet aan de Wbp en dus aan de patiënt meldt (en hier­van aan­teken­ing maakt) dat en hun patiën­ten op de hoogte brengt van het feit dat de arts zo gegevens uit het lab­o­ra­to­ri­um­sys­teem van RHMDC opvraagt.

Artikel 4.

Alle raad­pleg­in­gen door art­sen wor­den gel­ogd. Deze gegevens wor­den gedurende één jaar bewaard. RHMDC zal om te con­trol­eren of arts niet op eniger­lei manier andere gegevens in Cyber­lab opvraagt van patiën­ten die niet zijn / haar patiën­ten zijn peri­odiek (steekproef­s­gewi­js) de log-gegevens nagaan.

Artikel 5.

Indi­en arts de ver­plichtin­gen in deze overeenkomst niet of niet volledig nakomt, behoudt het RHMDC zich het recht voor de toe­gang tot het Cyber­lab onmid­del­lijk te ontzeggen, onver­min­derd het recht van RHMDC op volledi­ge schade­v­er­goed­ing.

Artikel 6.

Geschillen die voortvloeien uit deze overeenkomst dan wel uit nadere overeenkom­sten, herzienin­gen of aan­vullin­gen, zullen eerst aan elka­ar wor­den voorgelegd. Van een geschil is sprake wan­neer een der par­ti­jen zulks stelt.

Artikel 7.

Op deze overeenkomst is Ned­er­lands recht van toepass­ing. Geschillen over de uitvo­er­ing, als par­ti­jen er onder­ling niet meer uitkomen, zullen wor­den voorgelegd aan de bevoegde rechter.

Artikel 8.

In gevallen waarin deze overeenkomst niet voorzi­et tre­den part­ners tijdig met elka­ar in over­leg.