Bloedonderzoek

Het onderzoek

Bloedonderzoek wordt ook wel bloedprikken of bloedafname genoemd. Wanneer u bent doorverwezen door uw (huis)arts om bloed te laten prikken, dan wil uw (huis)arts meer weten over de werking van uw lichaam. Bloedonderzoek wordt onder andere gebruikt om te controleren of uw organen zoals het hart, de nieren of de lever goed functioneren. Ook kan een afwijking worden vastgesteld. Zo weten u en uw arts waar u aan toe bent en wat de beste behandeling is om in gang te zetten.

Het is belangrijk dat er veilig en op de juiste wijze bloed wordt afgenomen. Alleen opgeleid personeel mag bloed bij u afnemen. We kunnen op verschillende manieren bloed prikken, bijvoorbeeld in de elleboogholte van uw arm, maar ook via uw vinger of bij baby’s via de hiel.

Hieronder leest u meer over de verschillende manieren van bloedonderzoek. Vindt u het spannend om bloed te laten prikken? Geeft u dit aan bij de bloedafnamemedewerker, dan houdt hij of zij hier rekening mee.

Wat betekent nuchter zijn voor bloedonderzoek?

Als uw (huis)arts heeft aangegeven dat u nuchter moet zijn voor het bloedonderzoek, is het belangrijk om hier goed op voorbereid te zijn. Nuchter zijn betekent dat u minimaal acht uur voor de bloedafname niets eet of drinkt, behalve water in normale hoeveelheden, zoals u gewend bent. Dit is nodig omdat voeding, drank, roken of andere stoffen in het bloed de testresultaten kunnen beïnvloeden.

Om ervoor te zorgen dat de testresultaten accuraat zijn, vragen wij voorafgaand aan het onderzoek of u de afgelopen 8 uur:

• Niets heeft gegeten
• Geen alcohol, fruitsap, frisdrank, koffie, melk of thee heeft gedronken
• Niet heeft gerookt
• Geen kauwgum of snoep heeft gebruikt
• Geen zware lichamelijke inspanning heeft verricht

Voor meer informatie kunt u de folder ‘Nuchtere bloedafname (Laboratoriumonderzoek met vasten vooraf)’ bekijken.

Thuisprikken

Indien uw gezondheid het niet toelaat om zelf naar een bloedafnamelocatie te gaan, vraagt uw arts een thuisprik aan. U kunt zelf geen afspraak maken om thuis geprikt te worden. Nadat uw (huis)arts ons benaderd heeft, dan maakt één van onze bloedafnamemedewerkers een afspraak met u. Op de afgesproken datum komt één van onze medewerkers bij u thuis om bloed te prikken.

Bloedafname bij kinderen

Hielprik

Bij pasgeboren baby’s nemen we bloed af uit het hieltje. Wij noemen dit de ‘hielprik’, maar eigenlijk heet deze test ‘neonatale screening pasgeborenen’. Met de druppels bloed kunnen wij onderzoeken of uw baby ernstige, zeldzame aangeboren ziekten heeft. Een hielprik kan ook worden uitgevoerd voor andere onderzoeken, zoals bloedbeeld, bloedgas of geelzucht bij baby’s die nog geen half jaar oud zijn.

Bloedafname bij kinderen tot 7 jaar

Bij kinderen wordt geprikt in een vingertje, in het armpje of op het handje. Dit is afhankelijk van de grootte van uw kind en de hoeveelheid bloed die voor het onderzoek nodig is. Als uw kind groot genoeg is, mag hij of zij bij u op schoot zitten tijdens het bloedprikken. Wanneer we bloed uit het hieltje moeten halen, is het makkelijker als uw kind op een tafel ligt. Natuurlijk blijft u erbij om uw kind te troosten.

Omdat bloedprikken voor kinderen (ook) spannend kan zijn, vragen wij u om uw kind goed voor te bereiden op de afspraak. U kunt hiervoor onze folder ‘Bloedafname bij kinderen tot 7 jaar’ gebruiken.

Pijnstillende middelen

Voor het prikken in de arm bij kinderen tot 7 jaar kunt u met uw arts overleggen over pijnstillende middelen (Emla crème). De Emla crème kunt u bij uw apotheek afhalen en één uur voor bloedafname aan de binnenkant van beide ellebogen van uw kind aanbrengen.

Let op: de Emla crème moet eerst een uur inwerken voor het prikken, de verdoving duurt ongeveer 2 uur. Wij vragen u daarom naar het tijdstip van aanbrengen van de Emla crème.

GTT-onderzoek

Bij de (orale) glucosetolerantietest meten wij de stijging van de concentratie glucose in uw bloed nadat u een glucosedrankje heeft gedronken. Bij de verlengde GTT kijken wij of er sprake is van een schommelende of een te lage bloedsuikerspiegel. Het doel van een OGTT (orale glucose tolerantie test) is testen welk vermogen uw lichaam bezit om glucose te verwerken.
In de folder leest u alles over het onderzoek en de voorbereidingen.

NIPT-onderzoek

Ouders kiezen voor een NIPT-onderzoek als ze tijdens de zwangerschap al willen weten of het kindje het downsyndroom, edwardssyndroom of patausyndroom heeft. NIPT staat voor niet-invasieve prenatale test.

De NIPT kan ook andere aandoeningen vinden. Dit heet nevenbevindingen. Je kiest zelf of je deze wilt weten. Voor verdere instructies en informatie over de NIPT-test verwijzen wij u naar uw verloskundige, gynaecoloog of bekijk de informatie van het RIVM.

Downsyndroom

Mensen met downsyndroom hebben een verstandelijke beperking. Iemand wordt daarmee geboren. Bij de een is het ernstiger dan bij de ander. Van tevoren is daar niets over te zeggen.

Edwards- en patausyndroom

Edwardssyndroom en patausyndroom komen veel minder voor dan downsyndroom. Het zijn zeer ernstige aandoeningen waarbij de meeste kinderen voor of rond de geboorte overlijden.

Wat neemt u mee naar uw bloedafname afspraak?

Het verschilt per bloedafnamelocatie en onderzoek wat u mee moet nemen. U kunt de informatie per locatie terugvinden op onze website. Kies hier het onderzoek en een locatie. U vindt de mee te brengen items rechts op de pagina nadat u een locatie aanklikt.

De uitslag

Uw materiaal gaat naar ons centrale laboratorium in Delft. Wij sturen uw uitslag naar uw behandelend (huis)arts. Uw (huis)arts bespreekt de resultaten met u.

Benieuwd welke weg uw bloed aflegt?

Bekijk onderstaande video en kom erachter welke weg uw bloed aflegt na bloedafname bij RHMDC.