INR en streefgebieden
International Normalized Ratio
Voor het meten van de stolbaarheid van het bloed bij gebruik van Fenprocoumon en Acenocoumarol wordt de International Normalized Ratio (INR) waarde gebruikt. In een gezonde situatie, zonder gebruik van deze medicatie, ligt de INR-waarde rond de 1. Wanneer u Fenprocoumon of Acenocoumarol gaat slikken, zal uw INR-waarde hoger worden.
Dit betekent dat uw bloed langzamer stolt, wat het risico op trombosevorming doet afnemen. Dat is de bedoeling van deze behandeling. Maar de INR-waarde moet ook niet té hoog worden, want dat verhoogt het risico op bloedingen.
- Hoe hoger de INR, hoe langer het duurt voor uw bloed stolt
- Hoe lager de INR, hoe sneller uw bloed stolt
Wat zijn de INR streefgebieden?
Uw INR moet in een bepaalde marge zijn waarbinnen zowel de kans op een trombose, als de kans op een bloeding zo klein mogelijk is. Dit wordt de ´therapeutische range´ of ´streefgebied´ genoemd. Uw behandelend arts stelt deze range vast. Deze is afhankelijk van de reden waarom u antistolling voorgeschreven gekregen heeft (de indicatie).
De meest gebruikte streefgebieden zijn:
1ste streefgebied | tussen 2.0 – 3.0 |
2e streefgebied | tussen 2.5 – 3.5 |
In uitzonderingsgevallen kan uw behandelend arts een afwijkend streefgebied adviseren, al dan niet tijdelijk. Het streefgebied dat voor u van toepassing is, staat op uw doseerbrief vermeld.
Periodieke controles
Uw INR kan schommelen, bij de ene persoon meer dan bij de andere persoon. Er zijn een aantal bekende redenen voor deze schommelingen, maar het komt ook geregeld voor dat de INR zonder duidelijke reden schommelt.
Om uw INR in de gaten te houden, zolang u deze middelen gebruikt, wordt uw waarde regelmatig gecontroleerd. Hoe vaak u uw INR moet (laten) controleren, hangt onder andere af hoe stabiel u bent ingesteld.
Wat veroorzaakt INR-schommelingen?
Om de INR-waarde zo stabiel mogelijk te laten zijn, is het handig om de meest belangrijke redenen van schommelingen te kennen. Dit helpt u ook om op een juiste wijze te reageren op een INR-schommeling zodat u:
- zelf schommelingen kunt voorkomen (door regelmaat aan te brengen of een patroon in uw variatie aan te brengen)
- tijdig en, waar mogelijk, van tevoren veranderingen kunt melden.
Lees hier meer over hoe u bijzonderheden kunt melden.
Bekende oorzaken voor een schommelende INR zijn:
- Het niet innemen van uw medicijnen volgens het voorschrift/advies.
Tip: neem de tabletten op een vast tijdstip in, bij voorkeur bij het avondeten. Mocht de INR die dag afwijkend zijn, dan kan de dosering diezelfde dag nog aangepast worden.
- Werkingsduur van antistolling: Acenocoumarol is een kortwerkend middel, wat meer schommelingen geeft dan het langwerkende Fenprocoumon.
- Veranderingen van uw lichamelijke situatie:
- Sterk wisselende lichaamsbeweging
- Verandering van leefomstandigheden bijvoorbeeld temperatuurschommelingen
- Grote veranderingen in uw gewicht
- Voeding en sommige vermageringsdiëten (met name vet-arm)
Advies: eet gevarieerd
- Multivitaminen
Vitamine K-inname heeft bijvoorbeeld effect op de INR. Mocht u vitamine K willen innemen, neem dan vooraf contact op met uw arts.
- Stress
- Vakantie
- Alcohol
- Veranderingen in uw gezondheid. Dit heeft effect op de opname van medicatie en leverwerking. Denk hierbij aan:
- Aandoeningen als diarree, koorts, overgeven en uitdroging
- Andere ziekten, zoals lever- of schildklierziekten, kanker of nieraandoeningen
- Effecten van diverse andere medicijnen, zoals antibiotica en pijnstillers, zowel bij het starten als bij het stoppen
- Erfelijke aanleg: de ene persoon verwerkt medicatie in de lever anders dan de andere persoon
Wilt u meer informatie?
Mocht u meer inhoudelijke informatie ontvangen die van toepassing is op u? Dan kunt u het beste contact opnemen met uw behandelend arts. Heeft u algemene vragen over de trombosezorg van RHMDC, uw dosering of uw periodieke controle? Neem dan gerust contact met ons op. We helpen u graag verder.